Dansschool
                Grijsbach




Tango

Deze dans komt uit Zuid-Amerika en wel in hoofdzaak uit Argentinië, waar de dans als eerste gedanst werd in "Barria de Las Ranas", de ordinairste wijk van Beunos Aires. De naam was toen "Baile con corte" hetgeen betekent: "dans met een rust". De tango is een combinatie van de Tangano, een dans van de slaven op Cuba en Haïti, en de Braziliaanse Milonga. Later veranderde de dans op twee manieren. Ten eerste werd het zogenaamde polka-ritme veranderd in het Cubaanse Habanera ritme en ten tweede noemde men de dans "Tango". Reeds in 1900 werd door verschillende amateurs, echter zonder succes, geprobeerd de Argentijnse dans in Parijs te introduceren. De Parijse dansleraar Robert heeft er veel toe bijgedragen de Tango populair te doen worden.

De Tango werd na zijn internationale doorbraak in de jaren twintig van de 20e eeuw minder sensueel en meer gestileerd gedanst. Na zijn introductie in meerdere Hollywoodfilms werd hij vooral in Frankrijk zeer populair omstreeks 1920. Zoals bij vele dansen werd hij onder Engelse invloed gestandaardiseerd tot een competitiedans.

De ballroomtango lijkt wel enigszins op de oorspronkelijke Argentijnse tango. In tegenstelling tot de oorspronkelijke tango bezit de muziek een "strikt tempo" van omstreeks 31 tot 33 maten per minuut. Daardoor is de dans wat vlakker en heeft deze een minder sensueel karakter. De strakke staccato bewegingen, met name de hoofdacties van de dame, zijn kenmerkend voor de ballroomtango. De houding bij de tango is anders dan bij de andere ballroomdansen, omdat de dame haar linkerhand niet op de schouder van de heer heeft liggen, maar om zijn elleboog heen buigt en haar vingers hierbij tegen de ribbenkast van de heer aandrukt. De hand van de heer ligt niet achter aan de linkerschouder van de dame maar iets lager en meer in het midden van de rug. De tango wordt vlak gedanst met licht gebogen knieën in tegenstelling met de andere standaarddansen waar het rijzen en dalen van het lichaam een grote rol speelt.

Muziek

De muziek heeft meestal een tweekwarts- of vierkwartsmaat met een tempo van ongeveer 120 á 130 tellen per minuut. De toonsoort is veelal mineur, waarbij de cadensen harmonisch zijn.

De volgende voorbeelden zijn uitstekende Tango's:

• Malando - Ole Guapa


• Mireille Mathieu - Der Pariser Tango