De Latijns-Amerikaanse dansen worden sinds het begin van de vorige eeuw gedanst in Europa.
De dansen vinden hun oorsprong echter al in eeuw daarvoor toen in het zuiden van Amerika een vermenging plaatsvond van de Spaans, Portugese, Afrikaanse en Indianen muziek.
De Paso Doble vindt zijn oorspronkelijke wortels echter in Spanje en de Jive is een typische Noord-Amerikaanse dans.
Van de dansen zijn er maar 5 gestandaardiseerd, welke op wedstrijden gedanst worden, te weten de Samba, de Cha Cha Cha, de Rumba, de Paso Doble en de Jive.
Vergeleken met de ballroom is er in de Latin dansen meer uitdaging en passie te zien. De dame daagt de heer uit, ze dansen dus ook meestal niet tegen elkaar aan.
Er is wel contact tussen de dame en de heer, maar dat is (in tegenstelling tot de Ballroom dansen) slechts tijdelijk.
De Latin dansen zijn qua ritme ook sneller dan de ballroomdansen. Bij de Latin dansen wordt ook veel gebruik gemaakt van de heupen, de heupen zijn heel belangrijk tijdens het dansen.
Zij geven effect aan de dans.
• De Samba
• De Cha Cha Cha
• De Rumba
• De Paso Doble
• De Jive
